De Russische automarkt zag er niet zo lang geleden veelbelovend uit. Maar nu moet Lada-investeerder Renault alle zeilen bijzetten om de grootste automaker van het land drijvende te houden.

In West-Europa kunnen Lada’s vooral op gegrinnik rekenen, maar in eigen land voltrekt zich een heuse machtsstrijd rond AvtoVAZ, de fabriek die Ruslands beroemdste barrel aflevert. Renault bevindt zich in het midden van deze storm, samen met partner Nissan.

Terwijl de Zweedse topman Bo Andersson er alles aan deed om AvtoVAZ efficiënt en winstgevend te maken, drukte een Russische aandeelhouder de veteraan de deur uit, schrijft The Wall Street Journal.

“Andersson deed alle dingen die een zakenman met westerse scholing zou doen: hij bracht het bedrijf terug tot de juiste maat en verlaagde de kosten”, zegt Tim Urquhart een analist in de autowereld tegen de WSJ. “Maar de Russische overheid wil het beste van twee werelden: AvtoVAZ als een werkgelegenheidsproject én als competitief bedrijf in de moderne tijd. Dat is onmogelijk.”

Onderdelen stelen

Andersson werd twee jaar geleden ingevlogen door Renault om de effecten van de in elkaar zakkende Russische economie op te vangen. Hij had eerder de verliesgevende Russische busbouwer GAZ van een faillissement weten te redden.

Bij AvtoVAZ was de uitdaging van een andere orde. "Het was de grootste troep die ooit in mijn carrière heb gezien", zei hij in een interview. Het was doodnormaal voor  de gedemoraliseerde werknemers om onderdelen te stelen. Of, zoals een vakbondsman het uitdrukt: "Honderden auto's verdwenen."

Gouden uitgangspositie

De cijfers waren aanvankelijk om van te watertanden. Rusland was lang een land met een erg laag autobezit, maar onder de leiding van Vladimir Poetin maakte het land een enorme olieboom door. Consumenten die nog nooit een nieuwe auto hadden gekocht, konden dat nu ineens overwegen. Plus AvtoVAZ, het bedrijf dat Lada's produceert, had een marktaandeel van maar liefst 35 procent.

Een gouden uitgangspositie voor Renault en Nissan, dat in 2007 een kwart van de aandelen kocht. Het belang was te koop gezet door Rostec, een reusachtige staatsbedrijf dat namens het Kremlin technologiebedrijven in beheer heeft. Het werkt samen of heeft gezamenlijke projecten met Pirelli, Boeing, Aeroflot en de Russische spoorwegen.

Russische sancties

Moskou maakte handig gebruik van Renaults gretige inzet om een grotere investering te eisen op het moment dat AvtoVAZ bijna failliet ging. Zo liep het belang van Frans-Japanse combinatie op tot 2,3 miljard dollar.

Toen Poetin de Krim bezette, kwamen de sancties vanuit de VS en EU. Sommige autobouwers trokken zich daarop helemaal terug uit Rusland, maar Renault en Nissan zaten al te diep in het land met die enorme investering. Plus de Russen waren hun enige hoop op groei buiten de EU-markt.

Waardedaling roebel

Goed ziet het er niet uit voor AvtoVAZ. Corruptie en slechte onderdelen plagen de autofabriek nog steeds. De waardedaling van de roebel heeft niet geholpen. In 2015 bleek het verlies verdrievoudigd te zijn ten opzicht van een jaar eerder, tot 74 miljard roebel, omgerekend zo'n 1,2 miljard dollar.

De vorige baas van Dacia, de auto met eveneens communistische roots uit Roemenië, is nu de hoop van Renault en Nissan om hun investering nog iets op te laten brengen. Meer geld vanuit Frankrijk en Japan is een mogelijkheid, al beloofde de Russische premier Dmitri Medvedev onlangs nog dat Moskou ook over de brug zou komen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl